Home » Overzicht » Romans » Literaire romans en novelles » Zena's arena
Zoals in ieder klassiek stuk zijn de kracht van de dialogen, de stem van de verteller, de tekening van de karakters en de enscenering ook in Zena’s arena allesbepalend voor het verloop van de plot.
Niet elk meisje uit de provincie zou zich ten doel stellen De Rerum Natura van Lucretius in haar beste Grieks te vertalen, maar zó houdt Zena, geboren rond het jaar 390, de nagedachtenis in ere van haar moeder, die weigerde te zwichten voor het nieuwe geloof. Na de dood van haar moeder en de plundering van het landgoed van hun beschermheer slaat Zena op de vlucht. Zij ontmoet ‘de laatste der klassieke dichters’ Claudianus en zijn klasgenoot Synesius. Beiden waren leerling van de filosofe Hypatia.
In de wereldstad Alexandrië bloeit Zena op. Niet zozeer als Hypatia’s leerlinge maar veeleer als steractrice in het theater, waar Claudianus de scepter zwaait. Zena’s bruuske leergierigheid zal Hypatia de ogen openen voor pijnlijke waarheden uit haar eigen verleden, haar echte vader, kortom haar ‘door de zee verzwolgen Ithaka’…
Zena vindt aansluiting bij een vriendengroep waar rappe conversatie vergezeld gaat van uitbundig gelach. Helaas koesteren deze vrienden een zieltogende wereld, waarin patriarchen geen gezag naast zich dulden en hun trawanten theatervoorstellingen verstoren om christenen en joden tegen elkaar op te zetten: massavorming avant la lettre. Te midden van die wanhoop vindt Zena, voordat zij Egypte voorgoed zal verlaten, haar ware doch kortstondige liefde.
«‘De vroegere Ptolemeïsche koningen stelden kennis boven geld en boeken boven goud,’ brengt Pim Wiersinga terloops Zena de woorden van haar grootmoeder Agaue in herinnering, om daarmee aan te geven waar het hem in Zena’s arena om te doen is: in luisterrijke taal vooreerst het feest van het gesproken woord vieren, dat in de talrijke dialogen en tussentijdse beschrijvingen een overtuigend decor van de antieke wereld optrekt, tegen de achtergrond waarvan Wiersinga op het scherp van het literaire vertoon, nu eens geamuseerd en dan weer schertsend, afwisselend filosofisch en beschouwend, en niet van wit gespeend, een bonte verzameling karakters tot leven brengt.» – René Huigen, auteur van Steven! (2019) en De man die alles zag (2022)
«De taal van Pim Wiersinga is er een om je in onder te dompelen [en] brengt Zena en de oudheid in Zena’s arena op een bedwelmende manier tot leven. Wiersinga’s taal bloeit en twinkelt, is bij tijden geil of vol verdriet maar altijd afgeladen van leven.» – Bianca Boer, auteur van Draaidagen (2019) en Vaste grond (2022)
Pim Wiersinga (1954), wiens epische Oudheidroman Gracchanten (1995) op één lijn is gesteld met het werk van Couperus en Vestdijk, debuteerde in 1992 met Honingvogels, dat genomineerd werd voor de AKO Literatuurprijs. Van Pim Wiersinga verschenen bij Uitgeverij In de Knipscheer de romans Het paviljoen van de vergeten concubines (2014) en Eleonora en de liefde (2016).
ISBN: 9789493214590