Home » Overzicht » Literatuur » Poëzie en proza » Poëzie » Maanbrief aan het getij
'Vingeroefeningen voor poëtisch proza' noemde Inge Nicole haar poëzie ooit. Liefhebbers van dat proza kenden haar nauwgezet en empathisch formuleren al uit onder andere 'De blauwdruk van Capgras', haar (eveneens geïllustreerde) roman uit 2017. 'De tranen van de zeegans', een van haar novellen, werd in 2012 bekroond met de Rabobank Cultuurprijs Letteren.
Toen Inge Nicole werd voorgesteld om gedichten bij afbeeldingen te schrijven, nam de poëzie onverwacht een eigen plek in. Naast deze reflecties op kunst en fotografie kwam er ook vrijer werk tot stand met als parallel het komen en gaan van mensen, dieren, tijd en de dingen. Maanbrief aan het getij is het resultaat. De bundel bestaat uit de afdelingen Hoogwater, Springtij en Doodtij ‒ als beeldspraak voor de emotie. Veel gedichten belichten het menselijk tekort en onze sterfelijkheid. Kenmerkend daarbij is Inge Nicoles betoverend spel met de woorden. Ondanks dat ze vaak door het werk van anderen tot haar poëtische verbeelding kwam, lijkt ze haar regels steeds de vrije teugel te geven. De taal zingt zich los van de aanleiding en gaat volledig haar eigen weg.
In 1994 schreef Menno Wigman als talentscout bij In de Knipscheer aan Inge Nicole: 'Een aantal gedichten vond ik zeer sterk geschreven. Zou graag later meer van je willen lezen.' Vijfentwintig jaar later publiceert Inge Nicole haar poëtisch debuut.
Zou ik een trui zijn
dan trok ik mijzelf aan;
door wol gefilterd zicht
schaaft scherpte van alledag
Armen te onthand om aan te pakken
het opgevouwen lichaam een cocon
Ik zou alleen zijn, alleen maar zijn;
in stof door gedachten gedragen.
ISBN: 9789062657858