Doel van de test
Met de Gerontologische Persoonlijkheidsstoornissen schaal (GPS) screent men op persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen. Het instrument kan door de korte afnameduur worden ingezet als standaard screener voor persoonlijkheidsproblematiek in de ouderenzorg, GGZ en psychiatrie. Vaak zijn instrumenten voor persoonlijkheidsproblematiek gebaseerd op criteria die zijn afgeleid uit het gedrag en de leefwereld van jongere volwassenen (< 50 jaar). De andere levensfase en situationele context bij ouderen maakt dat een deel van deze criteria onvoldoende toepasbaar is in de ouderenpsychiatrie. Bij ouderen is ook de overlap met psychiatrische toestandsbeelden, zoals (chronische) stemmings-, angst- en somatoforme stoornissen, eerder regel dan uitzondering. Deze verweving van as-I-, as-II- en as-III-stoornissen alsmede de biopsychosociale aspecten van het verouderingsproces maken persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen tot een specifiek aandachtsgebied. De GPS is speciaal voor ouderen ontwikkeld en houdt met al deze factoren rekening.
Toepassing
Screening: screent op persoonlijkheidsproblematiek bij ouderen in de eerste lijn en tweede lijn
Diagnose: ondersteunt het diagnostisch proces in GGZ en ouderen-GGZ
Behandeling: brengt van het effect van behandeling in kaart
Onderzoek: inzetbaar bij (wetenschappelijk) onderzoek waarin persoonlijkheidsproblematiek bij ouderen een rol speelt.
Wat meet de GPS?
De GPS brengt in kaart of er mogelijk sprake is van persoonlijkheidsproblematiek bij ouderen en van welke persoonlijkheidsstoornis er in dat geval sprake zou kunnen zijn. Hiertoe richt het instrument zich op habitueel gedrag (HAB) en biografische gegevens (BIO).
Voor wie?
De GPS wordt afgenomen door psychologen, psychiaters, huisartsen, POH-GGZ en andere psychodiagnostisch bevoegde professionals in de eerste en tweede lijn.
Afname en scoring
De GPS bestaat uit 16 vragen die met ja of nee worden beantwoord. De afname duurt ongeveer 5 minuten.
Cotanbeoordeling
Ter beoordeling aangeboden.