Home » Overzicht » Religie en Spiritualiteit » Filosofie boeken » De mens en de techniek
De belangstelling voor het werk van Oswald Spengler neemt alweer vele jaren toe. Grote denkers en auteurs blijven door hem gefascineerd worden. De grote Johan Huizinga was destijds een tijd lang niet in staat tot schrijven toen hij Oswald Spenglers hoofdwerk had gelezen: Der Untergang des Abendlandes.
In dit kleine boekje schetst hij een grote visie op het wezen van de techniek, namelijk als een eigenschap van de mens, van diens oog en hand. Techniek kent verschillende stadia van ontwikkeling, zowel voorafgaand aan beschavingen als in de beschaving zelf. In deze kleine en overzichtelijke tekst komen al deze stadia en hun onderlinge verband aan de orde. Naast een opmerkelijke definitie van de techniek, weet ieder hoofdstuk te verrassen tot er uiteindelijk een volledige cultuurkritiek in miniatuurvorm is ontstaan.
Ad Verbrugge, auteur van Tijd van onbehagen en Staat van verwarring:
"Spengler is de interessantste, invloedrijkste en meest onderschatte denker van de 20ste eeuw."
Peter Sloterdijk, auteur van o.a. Eurotaoisme, Woede en Tijd, Sferen:
"Oswald Spengler is mijn debatpartner en ideeën-trainer geworden."
Deze tekst is vertaald en ingeleid door Tom Zwitser. Hij is filosoof en vormgever.
ISBN: 9789082113341